Een van de belangrijkste observaties was dat de oplossing kan worden opgesplitst in verschillende stappen. De meeste van de “standaard” klassieke benaderingen lossen de kubus laag voor laag op. Los bijvoorbeeld 1. alle randen in de bovenste laag, 2. de hoeken in de bovenste laag, 3. de randen in de middelste of horizontale laag, 4. de randen in de onderste laag en 5. de hoeken in de bodem op laag, die de oplossing voltooit. Er is een aantal relevante variaties, zo kunnen bijvoorbeeld stap 2 en 3 worden gecombineerd (zie de Fridrich-methode hieronder), of wordt stap 5 vaak opgesplitst in eerst de stukken op de juiste plaats leggen en vervolgens hun oriëntatie fixeren. Het komt erop neer dat dergelijke stappen het oplossingsproces vereenvoudigen omdat er algoritmen (reeksen van gezichtsveranderingen) bestaan die de afzonderlijke stappen efficiënt kunnen afhandelen. Oplossingsmethoden verschillen niet alleen in de stappen, maar ook in de set algoritmen die voor de afzonderlijke stappen worden voorgesteld. Zoals Marshall bespreekt, hebben veel van de meer recente methoden hun oorsprong in deze vroege oplossingen. Dit komt ook tot uiting in een aantal van de onderstaande methoden, die echter een aantal verbeteringen bevatten. De oplossingsstappen zijn aangepast en de sets algoritmen zijn verbeterd en geoptimaliseerd voor verschillende oplossingsstappen. Bovendien werden sommige van de vroege methoden niet volledig uitgelegd (of vertoonden er hiaten) en werden er veel verbeteringen in de presentatie aangebracht. Hieronder geven we commentaar op methoden voor beginners, waarbij het doel eenvoud is (meestal ten koste van efficiëntie), en op geavanceerde methoden, die snellere en / of kortere oplossingen opleveren (meestal ten koste van grotere complexiteit). Beginnersmethoden Een moderne methode kan eenvoudig worden genoemd als er maar 5 algoritmen of minder voor nodig zijn. Als je gewend bent aan geavanceerde methoden met meer dan 50 algoritmen, dan is 10 of minder ook eenvoudig. Ook mogen de algoritmen zelf niet te lang en ingewikkeld zijn. Sommige van de recente beginnersmethoden met 5 of minder zetten zijn verrassend efficiënt en vereisen minder dan 100 en in sommige gevallen slechts ongeveer 70 zetten. Dit is best aardig in vergelijking met sommige geavanceerde speedcubing-methoden die gemiddeld 40 tot 60 bewegingen of zo vereisen, maar 50 plus algoritmen gebruiken.
|
https://breinbrekers.be |
